Opinie Laat niet die ene excuus-allochtoon de hele multiculti-portefeuille doen. Laat hem of haar ook verslag doen van de woningmarkt.
Het is goed dat NRC huidig columnist Tom-Jan Meeus ooit als journalist op politiek Den Haag zette. Met zijn blik als Brabantse boerenzoon – in het bezit van een mavo-diploma – heeft hij ongetwijfeld een andere zienswijze en aanpak dan zijn universitair geschoolde en in de Randstad opgegroeide collega’s.
© Anne van Wieren
Dit artikel verscheen eerder in nrc.next en NRC Handelsblad
Ook zal zijn zienswijze anders zijn dan die van een journalist met een niet-westerse migratieachtergrond. Daarmee raken we de kern van Meeus’ eigen misverstand over wat identiteitsjournalistiek zou zijn: het inzetten van journalisten daar waar ze vandaan komen of waar ze een bepaalde cultuur kennen. “Zo bekeken was ik”, schrijft Meeus in zijn column van 24 mei, “mijn hele verslaggeversleven verkeerd ingezet. Ze hadden me het zuiden moeten laten verslaan: het dorpsleven, de armoede, de laagopgeleiden, de grote gezinnen.” Meeus maakt zo een karikatuur van het streven naar diversiteit op redacties; als zou een Marokkaan over vluchtelingen moeten schrijven, een Turk over Erdogan en een Hindostaan over het Lichtjesfeest.
Meeus redeneert nog vanuit de gedachte in de beginjaren van deze eeuw waarbij gesubsidieerde organisaties als Multi Media – vergeefs – probeerden ‘een intercultureel medialandschap’ te creëren.
Dit is niet wat de hoofdredacteuren op 21 mei betoogden in het NRC-artikel waaraan hij refereert (Kranten- en tv-redacties iets minder wit, 21/5), met daarin een telling van het aantal journalisten met een niet-westerse achtergrond op de negen grootste nieuwsredacties van Nederland. Drie jaar geleden waren de nieuwsredacties nog voor 96,8 procent wit, nu heeft 94,6 procent van de journalisten in vaste dienst een westerse achtergrond. “Wij zijn geen blanke samenleving meer”, zegt Harm Taselaar, hoofdredacteur van RTL Nieuws. “Dus kun je niet meer alleen met blanke, westerse ogen naar die samenleving kijken.” NRC schrijft dat de hoofdredacteuren drie jaar geleden het belang van het aantrekken van meer mensen van niet-westerse afkomst nog relativeerden, terwijl ze dat nu noodzakelijk vinden. “Nederland wordt diverser, maar dat zie je niet weerspiegeld op de redacties”, zegt Joost Oranje van Nieuwsuur.
Meeus redeneert nog vanuit de gedachte in de beginjaren van deze eeuw waarbij gesubsidieerde organisaties als Multi Media – vergeefs – probeerden ‘een intercultureel medialandschap’ te creëren. Ja, er kwamen bladen die zich op een specifieke groep richtten zoals Marinjo (Moluks magazine), HinduLife Magazine (tijdschrift voor Hindostanen) en Zaman Vandaag (weekblad voor Turken). Maar die reikten niet verder dan de eigen gemeenschap in Nederland en bereikten de grote redacties niet, ondanks hun soms interessante verhalen. Het streven naar een redactie die een spiegel is van de maatschappij lijkt me een gezonde ontwikkeling. Gezonder dan het in dienst hebben van die enkele excuus-allochtoon die de volledige multiculti-portefeuille op zijn schouders krijgt; bij Trouw ging dat bijvoorbeeld fout met Perdiep Ramesar, toen hij in 2014 geen bronnen bleek te bezitten voor zijn verhalen over een ‘sharia-driehoek’ in de Haagse Schilderswijk en nauwelijks door zijn redactie was gecontroleerd.
Identiteitsjournalistiek, zoals in Meeus’ karikatuur, is excuusjournalistiek, en inderdaad niet wenselijk.
Nee, de hoofdredacteuren onderkennen nu dat er een bedrijfseconomisch belang is (dixit Stijn Bronzwaer, adjunct-hoofdredacteur van NRC) bij diversiteit: “Wanneer er meer mensen van kleur in de krant verschijnen, zal de krant ook meer nieuwe lezers kunnen aanspreken.”
Precies. Zoals Bouwend Nederland vorige week samen met minister Ollongren besloot om tot 2025 jaarlijks 75.000 woningen uit de grond te stampen – voor een groot deel bestemd voor nieuwe Nederlanders – zo zien ook hoofdredacteuren nu dat diversiteit goed voor de portemonnee is. Dat is geen cynische constatering, maar een gegeven dat het ‘allochtone’ deel van onze maatschappij getalsmatig, en dus financieel, een factor van belang is geworden. En aldus zijn rol kan opeisen in alle sectoren van de samenleving.
Identiteitsjournalistiek, zoals in Meeus’ karikatuur, is excuusjournalistiek, en inderdaad niet wenselijk. Maar dat er meer journalisten met een niet-westerse migratieachtergrond op redacties werken is dat wel. En laat hen dan niét, althans niet per se, berichten over zaken die met hun achtergrond te maken hebben, maar laat hen de jongste CBS-cijfers duiden over pakweg de huizenmarkt. Daarmee wordt ‘die andere blik’ geïncorporeerd in het journalistieke proces. Ongeveer zoals Gerri Eickhof dat al jaren doet bij NOS Nieuws en zoals ze dat bij FunX al langer hebben begrepen.
Identiteitsjournalistiek bestaat niet, of is het altijd; in de zin dat iedere journalist zichzelf – bewust of onbewust – meeneemt in zijn producties. En dat de kijk op ons land op een afstand van nog geen 150 kilometer geheel anders kan zijn dan hier ter plekke, blijkt glashelder uit het vorig jaar verschenen boekje Ik zou zo graag van jullie houden, van de van oorsprong Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch, waarin hij zeer vermakelijk zijn worsteling met zijn inburgering in Nederland beschrijft. Op hoofdredactioneel niveau is NRC alvast divers.