Opinie De Ivonne van de Ven Stichting sloeg met haar kritiek op het interview met René Diekstra over suïcide zelf de plank mis. De Ivonne van de Ven Stichting – die zich tot doel stelt suïcidepreventie ‘permanent op de agenda’ zetten – noemt een interview met René Diekstra over suïcidepreventie een ‘uitglijder’ (U, 24 september).
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Volkskrant
Waarom? De krant had zich in het interview met Diekstra, die bijna een halve eeuw onderzoek doet naar suïcidaal gedrag, niet gehouden aan de door de stichting opgestelde richtlijn. Het benoemen van details van zelfmoord, het beschrijven van methoden; het mag allemaal niet van de stichting, omdat het kopieergedrag in de hand zou werken.
Op het eerste gezicht zeer sympathiek. Iedere zelfmoord die voorkomen kan worden is tenslotte meegenomen. Maar de stichting kaapt hier toch volledig het debat over zelfmoordpreventie en deelt standjes uit wanneer een krant zich niet houdt aan de door haarzelf in elkaar geknutselde richtlijn.
Diekstra zegt dat hij het woord zelfmoord liever niet gebruikt omdat de term impliceert dat deze daad moreel verwerpelijk is, ’terwijl het toch je eigen lichaam is, waarmee je mag doen wat je wil’. Zelfmoord als een uiting van de vrije wil, en dat is nou juist bij uitstek één van de mythen die doorbroken moet worden, zo vindt de stichting. Die begeeft zich hiermee zelf op glad ijs. Er bestaan zeker zelfmoorden die uit vrije wil geschieden. En de vraag mag gesteld of de maatschappij dat altijd tegen moet houden. Beter een zorgvuldige uitgevoerde en goed geslaagde euthanasie dan een zelfmoord van iemand die geen hulp kreeg bij zijn doodswens. Maar ook dat debat mag van de stichting niet gevoerd worden.
Diekstra fantaseerde over een dubbelsuïcide als ideale dood. ‘Dat lijkt mij de mooiste manier. Dat mijn partner en ik, wanneer een van ons ernstig ziek zou worden, samen deze planeet verlaten. (…) zonder enige dwang, volledig als wederzijds wilsbesluit.’ Maar zelfs hardop fantaseren over zelfdoding mag niet van de Ivonne van de Ven Stichting.